‹ overzicht

Alles komt, als men maar kan wachten...

Dinsdag 30 december 1941

Het moet me van het hart: Dat, nu ik bij het zich ten einde spoeden van dit jaar, al mijmerende, tot de ontdekking kom, dat de Franschman J. Roux de zaak toch wel heel goed bekeken had, toen hij de wereld voor de voeten gooide, dat ervaring tenslotte niets anders is dan een schamele hut, opgebouwd uit het puin van die gouden en marmeren paleizen, die „wij” onze illusies noemen. Ook ik ben weer een ervaring rijker. 


De ervaring als resultaat van de illusies, welke we in de sport voldoende hebben gehad. Ook al blijf ik dicht bij huis. Denk maar met mij aan de hoop een organisatorische gelijkheid op voetbalgebied voor Friesland, Groningen en Drenthe te krijgen. En wat zie ik? Een overheerschend Friesland met het gros der vertegenwoordigers in den Nederlandsche Voetbalbond. En zoo is het ook op het voetbalveld, hoewel dat voor Friesland heel wat prettiger moet zijn. En dan, wat heeft bovendien die provincie een rijk schaakleven. Alleen de damsport zie ik in Groningen beter vertegenwoordigd. Maar ook daarin is mijn illusie geen werkelijkheid geworden. Wel zijn provinciale bonden samengekomen, maar eilacie, nog is het contact met den Nederlandsche Dambond niet ontstaan. Gelukkig steekt Douwes Dekker me hier een hart onder den riem, waar hij zegt, dat verloren illusies gevonden waarheden zijn. Het is niet waarschijnlijk, dat hij daarbij aan de Groninger damsport gedacht heeft, maar toepasselijk is daarop zijn uitspraak toch wel, want die verloren gegane illusie der eenheid, houdt tevens in, de droeve waarheid, dat in Groningen, het land der Gemeen-schap, nog verhoudingen zijn, met die Gemeenschapsidee in tegenspraak. Dat vind ik jammer, want eenheid is voor alles in de sport noodig om de sport tot ontplooiing te brengen. Dat is met de Noordelijke athletiek wel gebleken, want die is den laatsten tijd zeker in de breedte vooruit gegaan. Waarbij zoowel het spreekwoord: „een goed woord vindt altijd een goede plaats," als Guido Gezelle's meening: „al te veel woorden versmoren de waarheid" typeerend kunnen worden aangehaald. Zeker, ik weet wel, dat nog lang niet „je dat" bereikt is, maar een enkel goed woord over en weer heeft toch naar verschillende kanten de waarheid, dat athletiek voor de wedstrijdsport zulk een prachtig middel is, en op zich zelf nuttige en prettige lichamelijke opvoeding, niet kunnen versmoren. Waarom ik het District Groningen en Drenthe gaarne een pluim wil geven, daarbij de hoop uitsprekend, dat het contact met het te Friesland opgerichte district van dien aard zal zijn, dat er onder het motto „eendracht maakt macht" goede resultaten bereikt kunnen worden. Zooals ook het Noordelijk handbaldistrict die den laatsten tijd heeft kunnen bereiken. Het N.G.V. heeft de handbal-sport moeten loslaten en nu komt nog de nieuwe gang van zaken in de gymnastiek zelf. Daar is het dus nog wachten, maar de N.G .V.'ers wil ik naar Rabelais, den vijftiende eeuwschen Franschen priester, verwijzen, die eenmaal gezegd heeft, dat alles komt, als men maar kan wachten. En dit sterkt ook mij, als ik, ondanks de ervaringen van 1941, 1942 instap met toch maar weer nieuwe hoop, nieuwe illusies. Zola zei wel, dat niets minder gezond is voor den mensch dan de illusie, maar ik waag het erop.

K.

Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag 30 december 1941