‹ overzicht

Aanbrand eetn...

Maandag 23 maart 1942

Het moet me van het hart: Dat ik een aanhanger van Beets geworden ben. Enkel en alleen omdat deze in zijn tijd de zaak zóó goed „door” had, dat hij tot de conclusie kwam, dat men nooit op loon moet hopen. Ga je daar na tien weken vasten naar een goed uitzienden maaltijd en als je nauwelijks eenige hapjes met smaak hebt verwerkt, kom je tot de ontdekking, dat het alles niets anders is dan „aanbrand eetn".


En dan zit je daar op de Be Quick-tribune met je goeie gedrag en maakt de spelers uit voor ondankbaar omdat ze je trouw aan koning voetbal zoo allernaarst beloonen.

Als ik het zoo eens op mijn eigen manier mag zeggen, dan zag ik in dezen wedstrijd tusschen Be Quick en Leeuwarden niets anders dan een hardloopende, doorzettende Friesche ploeg en een Groninger elftal, dat vergeten had zijn geest uit den winterslaap te halen. Aardig voor Sibolt Sissingh om aan den vooravond van zijn afscheid zijn „nazaten” zoo bedremmeld te zien doen. Maar ook hem verwijs is naar Beets bovengenoemd en voeg er aan toe, dat al meer gebleken is, dat ondankbaarheid 's werelds loon is. Evengoed moet hem — ik bedoel Sibolt — en Evert van Linge het hart wel in het lichaam zijn omgedraaid, toen zij het Be Quickelftal in de tweede helft zagen spelen. Ik zeg: spelen en ik „hum” erbij. Ik vertrouw nooit meer op mijn voor goed voetbal fijnen neus hoor. Ja, wellicht kan ik dat ook nooit meer doen, want de temperatuur was van dien aard, dat mijn reukorgaan wel volkomen bedorven lijkt te zijn. Wat, intusschen, anderen niet behoeft af te schrikken om komende Zondagen toch weer. naar voetbalwedstrijden te gaan op het Be Quickerrein, want ik neem aan, dat alle kou wel uit den Be Quick-grond in mijn voeten is getrokken. En daar heb je nu twee en een halve maand voor gewacht op voetbal. Ik durf er niet eens over te praten......

K.

Nieuwsblad van het Noorden, maandag, 23 maart 1942